483.3 Kaartformaten : layout[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm met de benodigde codes:


Voor elk van de vier opties kunt u het volgende opgeven:


Velden van het scherm

Afmetingen kaart: Geef hier drie parameters op m.b.t. de afmeting van de kaart, gescheiden door een “:”

        de lengte van de kaart, uitgedrukt in het aantal regels;

        de marge bovenaan (het aantal blanco regels);

        de marge onderaan (het aantal blanco regels).

Voorbeeld

“18:2:2”

Betekenis:

De kaart is achttien regels lang en zowel bovenaan als onderaan de kaart moeten twee blanco regels worden geprint.

Positie van kolommen: Geef hier twee parameters op met betrekking tot de positie van de kolommen op de kaart, gescheiden door een “:” Per parameter dient u de beginpositie en de maximale breedte van de betreffende kolom in te voeren, gescheiden door een “~”.

Voorbeeld

“3~35:45~23”

Betekenis:

de linkerkolom wordt geprint vanaf positie 3 met een maximale breedte van 35 tekens. De rechterkolom wordt geprint vanaf positie 45 met een maximale breedte van 23 tekens.

Positie van delimiter: Geef hier twee parameters met betrekking tot de delimiter op, gescheiden door een “:”.

Voer in op welke positie de delimiter tussen de linkerkolom (die de informatie over de objecten bevat) en de rechterkolom (die de informatie over de lener bevat) geprint moet worden, en het interpunctie-teken dat als delimiter gebruikt moet worden.

Opmerking

De interpunctietekens spatie, “~”, “­” en “_” mogen niet worden gebruikt. Laat dit veld leeg indien u geen delimiter wenst, bijvoorbeeld omdat de delimiter op de kaart voorgedrukt staat.

Voorbeeld

“41:|”

Betekenis:

“|” (het pipe-teken) wordt als delimiter gebruikt. Het pipe-teken moet worden geprint op positie 41.

Te printen gegevens: Geef hier één of meerdere gegevens op die, die op de kaart geprint moeten worden. Scheid de gegevens door een “:”. Per gegeven dient u in te voeren welk gegeven geprint moet worden (volgens onderstaande tabel) en, gevolgd door een “~” de maximale lengte van elk soort informatie.

 

Nr.

Betekenis

1

Titel

2

Auteur

3

Volume

4

Vervaldatum

5

Rappelnummer

6

Objectnummer

7

Plaatskenmerk

8

Titel + vervaldatum (op één regel)

 

Voorbeeld

“2~1:1~1:6~1”

Betekenis:

het systeem print achtereenvolgens:

        de auteur (2), maximaal één regel;

        de titel (1), maximaal één regel;

        het objectnummer (6), maximaal één regel.

Maximum aantal objecten per kaart: Voer in hoeveel objecten er maximaal op één kaart opgenomen mogen worden. Het getal dat u invoert, moet groter zijn dan “0”. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld bepalen dat er per gereserveerd object een kaart verstuurd wordt. In dat geval voert u hier “1” in.

Inleidend teken: Geef hier het karakter op dat inleidend teken geprint moet worden. Dit teken wordt per object op de kaart geprint.

Opmerking

De karakters spatie (“ “), tilde (“~”), up-arrow (“­”) en underscore (“_”) mogen niet gebruikt worden.

Voorbeeld

Een rappelkaart met twee objecten zonder inleidend teken:

The Duck Symphony in DoReMi
Boston Philharmonic
A34124000000055B
Pretty Woman
Orbison, Roy
A34124000009355B

Een rappelkaart met twee objecten, maar met het inleidende teken “*” (ster):

*              The Duck Symphony in DoReMi
                Boston Philharmonic
                A34124000000055B

*              Pretty Woman
                Orbison, Roy
                A34124000009355B

483.4 Kaartformaten : teksten[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm met de benodigde codes:


Voor elk van de veertien opties kunt u het volgende opgeven:


·                Geef hier het niveau op waarop de teksten moeten worden gedefinieerd. Het systeem onderscheidt drie niveaus:

-            algemeen: de teksten gelden voor het hele systeem; met andere woorden voor alle locaties van alle instellingen

-            per instelling: de teksten gelden voor alle locaties van de instelling waarop uw werkstation is ingelogd

-            per instelling/locatie: de teksten gelden alleen voor de instelling/locatie waarop uw werkstation is ingelogd.

Let op

Het is mogelijk om op meerdere niveaus teksten te definiëren. Bij het printen van de teksten zal het systeem de meest specifieke beschikbare tekst gebruiken.

483.4.1 Rappels

Als u het tekstniveau hebt geselecteerd voor deze opties, verschijnt een invoerscherm:


Geef hier aan welke tekst u wilt invoeren. Als u deze optie hebt geselecteerd verschijnt een invoerscherm. Voer in het aangeboden veld de tekst in.

483.4.2 Acceptgiro’s

* Drukwerktype ‘Acceptgiro’s’, ‘Acceptgiro’s (her 1)’ en ‘Acceptgiro’s (her 2)’.

Als u het tekstniveau hebt geselecteerd voor deze opties, verschijnt een invoerscherm:


Geef hier aan welke tekst u wilt invoeren. Als u deze optie hebt geselecteerd verschijnt een invoerscherm. Voer in het aangeboden veld de tekst in.

Opmerking

Houd bij het opgeven van tekst rekening met de beschikbare ruimte.

U kunt in teksten de volgende codes opnemen. De codes worden bij het printen vertaald.

 

        $BIB$

wordt vertaald door een verwoording van de bibliotheek die het drukwerk verstuurt.

        $CON

wordt vertaald door de periode waarvoor contributie betaald moet worden (alleen bij acceptgiro’s).

        $+n$ en $‑n$

worden vertaald in de datum waarop geprint wordt + n dagen of ‑ n dagen.

 

Voorbeeld datum notatie

Als er geprint wordt op 29 februari wordt “$+1$” geprint als “1 maart” en “$‑2$” als “27 februari”.

Wanneer u de datum van ‘vandaag’ wilt afdrukken, gebruikt u $-0$  OF  $+0$.

ook kunnen codes m.b.t. deposito’s worden afgedrukt:

$DEPOSITCODE$        

drukt de code van het deposito af

$DEPOSITWORDING$

drukt de verwoording van het deposito af

$DEPOSITUSERID$     

drukt de lenersbarcode van de gebruiker van het deposito af

$DEPOSITUSERNAME$

drukt de naam van de gebruiker van het deposito af

 

483.4.3 Automatische incasso

Als u het tekstniveau hebt geselecteerd voor dit type, verschijnt direct een invoerscherm. Voer in het aangeboden veld de tekst in.

Opmerkingen

Bij ‘Automatische incasso’ heeft de tekst een licht afwijkende functie. De tekst dient te bestaan uit een aantal codes, gevolgd door een “=” (is-gelijk-teken) en de waarde van de code. Deze gegevens worden dan door het systeem gebruikt bij de aanmaak van een naar Interpay toe te sturen bestand met betaalopdrachten voor automatische incasso.

In het bestand moeten de volgende codes worden opgenomen. We vermelden de codes en hun betekenissen. Voor de precieze waardes verwijzen we naar de door Interpay uitgegeven brochure ‘ClieOp03’, die u bij hun kunt opvragen.

 

Codes

Betekenis

Voorbeelden

INZEND

inzenderidentificatie

OBG

DUPL

duplicaatcode

1

GROEP

transactiegroep

10

RKBG

rekening opdrachtgever

567885

VAST

vaste omschrijving

Contributie t.m. $CON

NAW

NAW-code

1

VWDAT

gewenste verwerkingsdatum

$+28$

NAME

naam opdrachtgever

O.B. Geldrop

TEST

testcode

P

SOORT

transactiesoort

1002

OMSCH

omschrijving

$BIB$

 

483.5 SSP formaten[//]

Als u voor bepaalde types drukwerk kiest voor SSP-formaten heeft dit de volgende gevolgen:

·                Het drukwerk wordt gesorteerd op lenerscategorie, daarbinnen op naam;

·                Het drukwerk kan verschillen van lenerscategorie tot lenerscategorie;

·                U kunt lay-out en inhoud van het drukwerk samenstellen volgens de principes van de SSP-printmodule, waarbij u de volledige functionaliteit kunt gebruiken.

Als u deze menuoptie kiest, verschijnt een overzichtsscherm met drukwerktypen en lenerscategorieën. Door middel van de melding “OK” geeft het systeem aan welke printprofielen gedefinieerd zijn.

Op dit scherm ziet u voor elke in het systeem gedefinieerde lenerscategorie, welk drukwerk daarvoor gedefinieerd is.

Verklaring van de types drukwerk:

Afkorting

Drukwerktype

Code

H1

Rappel 1

RAP1

H2

Rappel 2

RAP2

H3

Rappel 3

RAP3

H4

Rappel 4

RAP4

H8

Rappel m.b.t. lenersconversieprogrammatuur

RAP101

H9

Herinnering op rappel m.b.t. lenersconversieprogrammatuur

RAP102

Rv

Reserveringen

RESV

Tg

Automatische terugvorderingen

TRUG

Ta

Manuele terugvorderingen

TRUA

11

Schuldrekening

RK11

12

Herinnering schuldrekening

RK12

21

Rekening niet teruggebrachte werken

RK21

22

Herinnering niet teruggebrachte werken

RK22

31

Vrije rekeningen

RK31

32

Herinnering vrije rekeningen

RK32

41

Rekening m.b.t. leengeld

RK41

42

Herinnering rekening m.b.t. leengeld

RK42

51

[momenteel niet in gebruik]

RK51

52

[momenteel niet in gebruik]

RK52

 

Opties van het scherm

Algemene instellingen: met deze optie kunt u parameters instellen voor het verwerken van berichten die meerdere pagina’s beslaan. Als u deze optie kiest verschijnt onderstaand keuzescherm

Wanneer de output voor een bepaald berichttype meerdere pagina’s beslaat biedt deze optie de mogelijkheid om aan te geven of kop en voetteksten herhaald moeten worden op vervolgpagina’s/ Dit is vooral relevant wanneer er gebruik gemaakt wordt van machines die de berichten automatisch in enveloppen doen.

Bovenstaand scherm toont de instellingen voor de locatie waarop is ingelogd, d.w.z. dat de parameter per locatie ingesteld wordt. Maar over het algemeen zullen de instellingen voor alle locaties gelijk zijn. Daarom wordt na het opslaan (op OK klikken) een ander formulier getoond waarop de gegevens voor de overige locaties kunnen worden toegevoegd.

Kopieer profiel: Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een invoerscherm:

Voer de benodigde gegevens in om een profiel te kopieren of om een geheel nieuw profiel aan te maken op basis van de gegevens van een bestaand profiel.

Wijzig/bekijk profiel: Hiermee kunt u een bestaand profiel wijzigen of een nieuw profiel aanmaken. Dit wordt in de volgende paragraaf nader toegelicht. Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een invoerscherm:

Let op

Teksten voor berichten kunnen worden gedefinieerd in diverse talen. Voor taalspecifieke berichten (Tekst vooraan en achteraan printout, Teksten boven en onder) gebruikt het systeem de volgende logica om te bepalen welke taal er gebruikt moet worden voor het bericht.

·                Controleer in het lenersrecord of er een taalcode aanwezig is (een van de systeemcodes dut, eng of fre). Andere taalcodes kunnen worden gedefinieerd in AFO 482 – Uitleenparameters: Lenersadministratie – Lener Authority lijsten.

·                Wanneer een code aanwezig is in het lenersrecord, wordt dit beschouwd als de taal van de lener. Wanneer er helemaal geen code is OF geen code die overeenkomt met een definitie in de Lener Authority lijsten, zal het systeem de default taal van het systeem gebruiken (deze is ingesteld bij installatie van het systeem).

·                Datum, aanspreektitel en de gespecificeerde teksten zullen in de opgegeven taal worden geproduceerd (lenerspecifiek of default).

·                Voor de output wordt eerst de tekst gedefinieerd in de taal van de lener gebruikt. Wanneer daar niets is gedefinieerd, worden de teksten uit Default gebruikt, indien beschikbaar. Anders worden de teksten in de default taal van het systeem gebruikt worden.

483.5.1 Invoeren / wijzigen layout

Wanneer u dit doet voor een nieuwe layout zal het systeem onderstaande invulschermen tonen:


Printprofiel type: kies Bloktype om de gegevens in blokken af te drukken voor elke titel (informatie wordt afgedrukt in blokken per titel, met elk gedefinieerd element op een nieuwe regel, al dan niet voorafgegaan door een label) of Kolomtype om de gegevens in kolommen af te drukken (informatie wordt afgedrukt in kolommen met daaronder de dataelementen van alle titels.


Hier kunt u de diverse instellingen van de pagina’s bepalen. De opties voor Plaats van de paginering zijn: C (gecentreerd), L (links), of R (rechts); deze hebben geen effect als de vorige optie (Pagina’s nummeren) op ‘N’ staat.


Met dit formulier kunt u kop- en voetteksten definiëren in verschillende talen. Nadat u een taal gekozen heeft en op OK heeft geklikt, wordt onderstaand invulscherm getoond:


Voor de gewenste teksten in voor zover van toepassing en herhaal dit voor de overige benodigde talen. Wanneer ik klaar bent dient u op Annuleer te klikken om naar het volgende scherm te gaan:


Dit formulier heeft betrekking op de algemene kenmerken van het bericht.

Met de optie Aantal kolommen/blokken kunt u aangeven hoeveel kolommen of blokken (afhankelijk van de gemaakte keuze op het eerste scherm) met data zoals titel, barcode, vervaldatum enz op het bericht moeten worden afgedrukt.

Vervolgens wordt dit scherm gepresenteerd:


Kies het gewenste dataelement uit de dropdown lijst en klik op OK.

In het volgende invulscherm kunt u labels (Bloktype) of koppen (Kolomtype) definiëren voor de gekozen dataelementen in verschillende talen:


Daarna kunt u nog meer gegevens invullen voor het betreffende dataelement, zoals positionering enz.:


Het systeem zal deze stappen herhalen voor het aantal blokken/kolommen dat u heeft opgegeven in het eerdere scherm.

Wanneer u hiermee klaar bent zal het systeem een overzichtsscherm presenteren zoals het voorbeeld hieronder. U dient nu de layout te completeren door de volgende onderdelen in te vullen.

Vrije teksten: wanneer u hier op dubbelklikt verschijnt een nieuw menu:


Kies Tekst vooraan print-out om de aanhef van de brief te definiëren. Ook dit kunt u doen voor verschillende talen:


Kies een taal en de scherm editor wordt gepresenteerd:


Voer de gewenste teksten in en herhaal dit voor zoveel talen als nodig is. Wanneer u met dit onderdeel klaar bent klikt op Annuleer om terug te gaan naar het menu. Herhaal deze stappen vervolgens voor Tekst achteraan print-out om de teksten onderaan de brief te definiëren.

Geldige codes die hier gebruikt kunnen worden zijn:

·                $$DATUM            De datum waarop het bericht gegenereerd is.

·                $$ADMINISTRAT  de administratiekosten (alleen geldig bij rekeningen).

·                $$BIBADRES      het adres van de bibliotheek.

·                $$ADLOC            het adres van de locatie (zoals gedefinieerd in AFO 617)

·                $$BTW    het BTW-bedrag (alleen geldig bij rekeningen).

·                $$CONTACT        de contactpersoon zoals ingevoerd in het lenersrecord.

·                $$LEE=nr1,nr2, ….           (alleen geldig bij acceptgiro's) bij iedereen die de leeftijd nr1, nr2 (of hoger) heeft als de acceptgiro wordt verstuurd, wordt de indicatie "(N)" toegevoegd achteraan de eerste regel van de tekst die geprint wordt rechts bovenaan op de acceptgiro.

·                $$LENAD            de naam van de lener, straat en nummer, postcode en plaats zoals opgenomen in het eerste adres van het lenersrecord. Het af te drukken adres gebruikt de Adres Prioriteit Instellingen uit AFO 482 om de waarde voor $$LENAD te bepalen als variabele bij SSP output. De AFO 482 parameters voor SSP adres instellingen worden ook gebruikt bij het aanmaken van adresblokken in SSP output.

·                $$LENAT de aanspreektitel ('heer'/'mevrouw') op basis van het veld 'geslacht' in het lenersrecord.

·                $$LENNR            het actuele lenersnummer.

·                $$LENTA de naam van de lener, straat en nummer, postcode en plaats zoals opgenomen in het tweede adres van het lenersrecord.

·                $$LENWA            de naam van de lener, afdeling, straat en nummer, postcode en plaats zoals opgenomen in het werkadres van het lenersrecord. Hier wordt altijd de inhoud van het 3e adres afgedrukt (Werkadres).

·                $$LENZO            de naam van de lener.

·                $$REKENING      het rekeningnummer (alleen geldig bij rekeningen).

·                $$TOTAAL           het totaalbedrag zoals dit opgenomen is in een rekening van de uitleenmodule (alleen geldig bij rekeningen).

Let op

Als het gevraagde adres niet gedefinieerd is in het lenersrecord, wordt het adres uit het EERSTE adresblok gevonden in het lenersrecord gebruikt, het systeem begint bij blok 1 (Huisadres) en gaat zo alles langs tot een adres gevondne wordt.

In het geval van garanthouders wordt het Huisadres of het eerst gevonden adresblok in het lenersrecod gebruikt.

Wanneer u kiest voor een reeds gedefinieerde layout zal het systeem onmiddellijk een overzichtsscherm als in onderstaand voorbeeld tonen:


Opties op dit scherm

Wijzigen/bekijken: Selecteer een regel en klik op dit icoon om het gekozen onderdeel van de layout te wijzigen.

Printen: Het standaard scherm voor het genereren van output wordt gepresenteerd. U kunt nu de totale definitie van de layout afdrukken.

Let op:

U kunt hiermee niet een voorbeeldbrief afdrukken maar slechts een overzicht van de gemaakte definities.

Commentaar: Vrij tekstveld om een toelichting in te voeren.

Schrappen: Om de gehele layout te verwijderen. U kunt geen afzonderlijke regels van de ‘Blok’ (of ‘Kolom’) definitie verwijderen.

Van plaats verwisselen: Selecteer twee regels van de ‘Blok’ (of ‘Kolom’) definitie (met behulp van de muis en de CTRL-toets) om hun posities om te wisselen. Dit kan handig zijn wanneer u zich vergist heeft in de volgorde, omdat u geen afzonderlijke regels van de ‘Blok’ (of ‘Kolom’) definitie kunt verwijderen.

Let op:

Regel 4 (Algemene structuur) bepaalt het aantal regels per ‘Blok’ (of ‘Kolom’) dat daadwerkelijk afgedrukt wordt. Dus er kunnen meer ‘Blok’ (of ‘Kolom’) definities gemaakt zijn dan er in dit veld ingevuld staat. Zorg ervoor dat u deze parameter aanpast wanneer u niet alles wat er gedefinieerd is wilt afdrukken. Ook dit kan handig zijn wanneer u een fout heeft gemaakt: gebruik het icoon Van plaats verwisselen om een niet langer gewenst element naar het einde van de lijst te verplaatsen. Verlaag vervolgens het aantal in regel 4 (Algemene structuur).

Zie de vorige sectie voor een toelichting op de diverse velden en hoe ze te wijzigen.

483.6 Klein drukwerk[//]

U kunt ‘klein drukwerk’ definiëren. Vooralsnog wordt deze optie alleen gebruikt om onderaan op uitleenbonnen en dergelijke een vrij te definiëren variabele tekst te printen.

Als u deze menuoptie kiest, verschijnt een invoerscherm waarin u de taal moet selecteren van de tekst die u wilt vastleggen. Vervolgens verschijnt een invoervak waarin u de gewenste tekst kunt invoeren.

Let op

De breedte van deze bonnen alsmede enige andere parameters kunnen worden ingesteld via AFO 481 – Diversen – Uitleenprocedure – Printen. Zie de Help van deze AFO voor meer informatie.

483.7 Geadresseerden bij kaartformaten[//]

Voor het uitleendrukwerk dat niet via SSP verloopt, kunt u bepalen naar welk adres uit de lenersadministratie het drukwerk moet worden gestuurd. Het systeem geeft u de mogelijkheid het te printen adres per lenerscategorie in combinatie met het type drukwerk op te geven.

Als u deze menuoptie kiest, verschijnt een invoerscherm


Geef hier voor elke lenerscategorie een parameter van tien cijfers op. Elk van deze cijfers staat voor een type drukwerk in onderstaande volgorde:

 

1

rappels

6

automatische terugvorderingen.

2

reserveringen

7

manuele terugvorderingen

3

acceptgiro’s

8

acceptgiro bij rekening

4

eerste herinnering acceptgiro’s

9

automatische incasso

5

tweede herinnering acceptgiro’s

10

rekening

 

Elk cijfer kan de volgende waarden hebben:

 

1

stuur het drukwerk naar het eerste adres

2

stuur het drukwerk naar het tweede adres

3

stuur het drukwerk naar het werkadres

 

Let op

Als u de waarden uit deze tabel niet invoert, wordt alle drukwerk naar het eerste adres gestuurd.

483.8 Rappels collecties[//]

Als u deze menuoptie kiest, verschijnt een menu met de rappelsoorten die zijn gedefinieerd:

Selecteer een rappel om het printprofiel van de collectie te definiëren.

Vervolgens verschijnt een overzichtscherm met het gekozen printprofiel.

In dit scherm kunt u het printprofiel wijzigen. De werkwijze en opties zijn toegelicht in de beschrijving van SSP formaten.

483.9 Beheer email teksten[//]

Met deze optie kunt u Onderwerp en Inhoud van per email gestuurde berichten definiëren.

Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een menu:

Kies een optie, daarna verschijnt een invoerscherm:

Geef een rappel nummer op, daarna verschijnt een taalkeuzescherm:

Kies een taal, waarna onderstaand invulscherm verschijnt:

De werkwijze voor de overige opties is gelijk, zij het dat voor de terugvorderingen geen taalkeuze geboden wordt.

U kunt dezelfde $$ codes gebruiken als beschreven in sectie 483.5.1.

483.10 Bewaartermijnen afdrukbestanden[//]

Met deze optie kunt u opgeven hoe lang afdrukbestanden bewaard moeten worden OF hoeveel bestanden u wilt bewaren. Dit stelt u in staat bestanden opnieuw af te drukken indien nodig. Nadat u deze menu optie gekozen heeft verschijnt een invoerscherm:


·                     Document control - Change History

 

Version

Date

Change description

Author

1.0

unknown

creation

 

2.0

September 2006

updates for release 2.4.1 build 17

 

3.0

December 2006

added new intro & clarification for language dependant notices

 

4.0

March 2007

added option “invoices” to email parameters; added new menu option “stored print file periods”; new option for SSP formats

Tineke vanBuul